scheidde uit, i. uitgescheiden (eindigen, ophouden): hij wil niet uitscheiden met plagen; schei uit! ik schei er mee uit; uitscheiden met roken.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk