m. in bet. 1 tics (Fr. 1 mal aanwensel; hebbelijkheid; 2 zenuwpijn):
1. sedert is het schelden op mij ‘n métier en een tic geworden;
2. tic douloureux, hevige aangezichtspijn; lees tiek.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
m. in bet. 1 tics (Fr. 1 mal aanwensel; hebbelijkheid; 2 zenuwpijn):
1. sedert is het schelden op mij ‘n métier en een tic geworden;
2. tic douloureux, hevige aangezichtspijn; lees tiek.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: