Gepubliceerd op 11-11-2021

slinger

betekenis & definitie

m. slingers, slingertje (1 de handeling van slingeren, slingerende beweging, zwaai; 2 keer, dat iets om iets anders is geslingerd; 3 slingerende lijn, versiering; een smal voorwerp met een slingerende lijn hangend, zich uitstrekkend, zich bewegend; 4 draaiende arm waarmee een werktuig of toestel inz. een pomp wordt bewogen; 5 toestel, bestaande uit een betrekkelijk zwaar lichaam, opgehangen aan een horizontale as, waarom het kan draaien; 6 werptuig, waarin men een steen vasthoudt om die met een slingerende beweging te werpen):

1. een zware slinger wierp ons tegen de verschansing; de slinger van een springtouw; elk der slingers duurt bij dezelfde slinger even lang; zegsw. zijn slinger hebben, zijn draai; zijn slinger in iets hebben, er pret in hebben; met slingers omgaan, niet oprecht zijn;
2. zegsw. een slinger om de arm houden, z. slag 1. 23;
3. slingers van groen aan de muren;
4. de slinger ener pomp;
5. de slinger van een uurwerk, toestel dat de gang regelt; het afwisselend dalen en rijzen van een slinger;
6. alzo overweldigde David den Filistijn met een slinger en een steen, 1 Sam. 17 : 40, 50.

< >