Gepubliceerd op 11-11-2021

schakelen

betekenis & definitie

I. schakelde, h. geschakeld (1 als de leden ener ketting aaneenhechten, met aan of in; vero.; 2 electr. in de electrische stroom inlassen; 3 Z.-N. van aren: zich regelmatig vertakken):

1. elk woord geschakeld aan het nevenwoord;
2. wisselstromen, op bijzondere wijze ten opzichte van elkaar geschakeld;
3. dat koren schakelt maar half.

II. schakelde, h. geschakeld (met de schakel [in bet. 3] vissen); gew.

< >