1. bn. (schurftig): een ruidig schaap; vero.; zie ruit IV.
2. ruid(ig), bn., bw. (Z.-N. ruw, grof, woest).
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
1. bn. (schurftig): een ruidig schaap; vero.; zie ruit IV.
2. ruid(ig), bn., bw. (Z.-N. ruw, grof, woest).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: