Gepubliceerd op 11-11-2021

ruggespraak

betekenis & definitie

v. (van afgevaardigden: het overleg of beraad, dat zij moeten plegen met hun lastgever[s], over hetgeen ter tafel is gebracht te midden van hen of bij hem tot wie[n) zij zijn afgevaardigd; bij uitbr. overleg met iem., op wiens mening men prijsstelt, voordat men een besluit neemt): ruggespraak houden, hebben, voeren met.

< >