v. ruggegraten (1 wervelkolom bij mens en gewerveld dier; 2 fig. [innerlijke] kracht, energie, pit):
1. de ruggegraat breken, de hals breken;
2. een toneelstuk zonder ruggegraat; ruggegraat tonen; nog: een bergketen vormt de as of ruggegraat van een eiland, lang, vast gedeelte, waarom zich de andere delen bevinden.