o. in bet. 1 en 2 rouwkleren (1 kleding; 2 kledingstuk, die, dat men draagt als teken van rouw; 3 dekkleed over een doodkist; 4 zwart kleed ten teken van rouw over iets gehangen):
1. fig. een somber rouwkleed draagt Natuur;
2. het dragen van rouwkleren;
3. een eikenhouten kist, bedekt met een rouwkleed;
4. een troonhemel behangen met een rouwkleed.