Gepubliceerd op 11-11-2021

ritsen

betekenis & definitie

I. ritste, heeft geritst; ergens een rits, inkrassing, groef, keep enz. in maken; inz.

bonen of vaten met een brandijzer merken; slöjd: het karton half doorkerven.

II. ritste, is geritst;

1. Z.-N. snel, haastig wegkomen: hij is er van door geritst;
2. glijden: de paling ritste uit mijn hand;
3. uitglijden: ik ritste op het ijs.

< >