Gepubliceerd op 11-11-2021

rei

betekenis & definitie

1. m. reien (1 koor inz. in de vroegere toneelstukken der 17de eeuw, optredend na elk bedrijf en de gevoelens van de denkbeeldige toeschouwers vertolkend over hetgeen in het bedrijf gebeurd was; bij uitbr. aantal saambehorende personen enz.; 2 datgene, wat door de rei of het koor wordt gezongen; dans door zulk een rei uitgevoerd, bij uitbr. ook van een dans in de oven lucht):

1. de reien in Vondels Lucifer; een rei van maagden; de hemelse reien, de Engelen, Zaligen;
2. de versmaat der reien uit Lucifer; de rei aanvoeren; zie coryphee; de rijzigste der schonen danst bevallig voor in de rei;
3. v. reien (meetlat inz. bij het waterpassen; Z.-N. [stads]gracht).

< >