Gepubliceerd op 11-11-2021

pastei

betekenis & definitie

v. pasteien, pasteitje (O.-Fr. pastée [Lat. pastata = gekneed deeg]: gerecht van fijngehakt vlees of vis met andere ingrediënten tot een hutspot gekookt; inz. gerecht, bestaande uit een korst van fijn deeg met deksel en waarvan de holte gevuld is met fijn gehakt of gekruid vlees; in verkl.: gebakjes inz. met een ragoût van vlees of vis gevuld; drukkerst. uit het formaat en raam gevallen zetsel); zegsw. in pastei vallen, typ. door elkaar vallen van zetwerk; fig. van andere ongelukken; zie brood.

< >