v. in bet. 2 passies, passiën (Fr. [Lat. passio]: 1 het [laatste] lijden des Heren; het verhaal v. dat lijden; 2 hartstocht, drift; 3 hartstochtelijke liefhebberij):
1. de passie preken; zie vos;
2. een hevige, demonische passie;
3. zegsw. een passie voor tennissen.