Gepubliceerd op 11-11-2021

parket

betekenis & definitie

o. parketten (Fr. parquet = klein park: kleine afgeperkte ruimte; inz. 1 afgesloten ruimte als zitplaats der rechters in de gerechtszaal; 2 zitplaatsen in de schouwburg tussen de stalles en het parterre; 3 bureau v. h. openbaar ministerie, ook: de personen; 4 blokken, waaruit een ingelegde vloer wordt samengesteld inz. in samenst.):

1. zegsw. hij zit in een lastig, moeilijk, lelijk parket, grote moeilijkheid;
2. het parket was uitverkocht;
3. ten parkette;
4. een parket van tegels.

< >