Gepubliceerd op 11-11-2021

paradijs

betekenis & definitie

o. paradijzen (Fr. paradis [Lat.Gr. paradeisos oorspr. Perz. eig. park]: 1 lusthof, Eden van 't eerste mensenpaar; 2 hemel, woonstede van God; 3 heerlijk lustoord; 4 engelenbak):

1. in het paradijs stond de Boom des Levens en de Boom der Kennis van goed en kwaad;
2. heden zult gij met mij zijn in het paradijs;
3. in dit Italiaanse paradijs;
4. de bezoekers van het paradijs lieten zich niet onbetuigd.

< >