Gepubliceerd op 11-11-2021

pantoffel

betekenis & definitie

v. pantoffels, pantoffeltje (Fr. pantoufle, It. pantofola: schoeisel met laag bovenwerk, dat men gemakkelijk kan aanschieten en weer uittrekken, huisschoen; ook wel toegepast op buitenshuis gedragen schoeisel, oosterse en niet-Europese muiltjes enz.): zegsw. onder de pantoffel zitten (of: staan, of: geraken), onder de plak van zijn vrouw staan; het op zijn pantoffeltjes af kunnen, weinig te doen of te werken hebben.

< >