Gepubliceerd op 11-11-2021

pakezel

betekenis & definitie

m. -s (lastezel);

pakgaren

o. (garen om pakken mee dicht te naaien, te binden enz., paktouw);

pakgoed

o. -goederen (reisgoed, bagage);

pakhuis

o. -huizen (gebouw, bestemd om er koopwaren enz. in op te slaan, bergplaats v. koopwaren enz.);

pakhuur

v.;

pakhuisknecht

m. -s (knecht in een pakhuis);

pakhuismeester

m. -s (opzichter v. e. pakhuis; O.-I. ambtenaar van de Compagnie, nu gouvernement, belast met het toezicht op de pakhuizen voor de koloniale waren);

pakijs

o. (opeengepakt drijfijs [in de Poolzeeën]): in het pakijs ingesloten;

pakjesdrager

m. -s (kruier, die pakjes enz. draagt en bezorgt; witkiel).

< >