m. -s (Fr. [Lat. par]: eig. de gelijke [v.d. koning]: 1 hoge vazal van de oude Franse koningen; 2 1814-1848: lid van het hoogste wetgevende lichaam in Frankrijk, hoogadellijke titel): 1 de 12 pairs van Charlemagne; 2 de Kamers der pairs vervangen door de Senaat; verg. peer (Eng.);
pairschap
o. (de waardigheid van pair): zich op zijn pairschap beroepen.