Gepubliceerd op 11-11-2021

overstappen

betekenis & definitie

1 stapte over, h. o'vergestapt (1 over iets heen stappen; 2 naar de overzijde stappen; 3 van trein veranderen):

1 een waterplas overstappen;
2 zie hem eens komen overstappen;
3 je moet te Arnhem overstappen, in een andere trein gaan;
2 overstap'te, h. overstapt' (overslaan als van minder belang, voorbijgaan; Z.-N. e. land stappende meten): laat ons die kleinigheid nu maar overstappen;

overstap(kaart)je

o. -s (tramkaartje, dat recht geeft om over te stappen van de ene lijn naar de andere): conducteur, een overstapkaartje!

< >