bn.; onbekwamer, onbekrompenst (1 niet bekwaam, onbedreven, niet geschikt; 2 beschonken):
1. hij is onbekrompen i. z. vak; de vorst was tot regeren;
2. men zag dien werkman nooit onbekrompen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
bn.; onbekwamer, onbekrompenst (1 niet bekwaam, onbedreven, niet geschikt; 2 beschonken):
1. hij is onbekrompen i. z. vak; de vorst was tot regeren;
2. men zag dien werkman nooit onbekrompen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: