zag om, h. omgezien (1 het hoofd omdraaien, omkijken; 2 om zich heen zien, hier en daar zien):
1. op dat geroep zag hij om;
2 we zullen eens omzien naar een nieuwe woning; niet omzien naar.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
zag om, h. omgezien (1 het hoofd omdraaien, omkijken; 2 om zich heen zien, hier en daar zien):
1. op dat geroep zag hij om;
2 we zullen eens omzien naar een nieuwe woning; niet omzien naar.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: