legde of lei neer, h. neergelegd, neergeleid (op de grond, op een ander voorwerp leggen; iets op een bepaalde plaats [ter beschikking of ter inzage] leggen, deponeren): een last neerleggen; waar zal ik dat boek neerleggen? je moet 10 gulden neerleggen, betalen; fig. de wapens neerleggen, de strijd opgeven; O.-I. vijf kwaadwilligen werden neergelegd, gedood; de kroon neerleggen, afstand doen van de regering; zijn ambt neerleggen, pensioen nemen; zijn pen neerleggen, ophouden met schrijven; het werk neerleggen, a) ophouden met werken, b) staken; zie ook bijltje; refl. zich neerleggen bij een vonnis, een besluit, er in berusten.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk