Gepubliceerd op 11-11-2021

neerleggen

betekenis & definitie

legde of lei neer, h. neergelegd, neergeleid (op de grond, op een ander voorwerp leggen; iets op een bepaalde plaats [ter beschikking of ter inzage] leggen, deponeren): een last neerleggen; waar zal ik dat boek neerleggen? je moet 10 gulden neerleggen, betalen; fig. de wapens neerleggen, de strijd opgeven; O.-I. vijf kwaadwilligen werden neergelegd, gedood; de kroon neerleggen, afstand doen van de regering; zijn ambt neerleggen, pensioen nemen; zijn pen neerleggen, ophouden met schrijven; het werk neerleggen, a) ophouden met werken, b) staken; zie ook bijltje; refl. zich neerleggen bij een vonnis, een besluit, er in berusten.

< >