Gepubliceerd op 11-11-2021

naad

betekenis & definitie

m. naden (verwant met naaien: de met naald en draad bewerkte verbinding van twee stukken goed; voeg, waar twee stukken goed, hout, metaal aan elkaar gezet of gehecht zijn): een naad lostomen, een rok zonder naad; de naden breeuwen, harpuizen (v. e. schip); een gesoldeerde ook: een overhandse, een platte, een ronde naad, wijze van samenvoeging bij het naaien; Z.-N. uit de als de naad los is geraakt; zegsw. het naadje van de kous, het fijne der zaak; zich uit de naad lopen, zich overlopen; zijn naad(je) naaien, a) zijn slag slaan, b) zijn kans waarnemen.

< >