o. kanalen, kanaaltje (Fr. canal, Lat. canalis 1 gegraven waterweg; 2 pijp, buis; 3 bij vergelijking: buisvormig orgaan; 4 aardr. naam van verschillende zeeëngten; 5 fig. bron; middel om iets ergens te brengen, om tot, aan, achter iets te komen):
1 het Merwedekanaal;
2 rookkanaal, v. e. schoorsteen;
3 ontl. darmkanaal, buisvormig orgaan, waardoor vloeistoffen en vaste stoffen haar weg vinden;
4 het Kanaal, de zeeëngte tussen Engeland en Frankrijk; het verkeerde Kanaal, Kanaal van Bristol;
5 uit welk kanaal hebt gij dat?