m., Rom. myth. de god o.a. van tijd en oorlog; nieuwjaarsdag was hem gewijd; de eerste maand draagt zijn naam. Janus werd voorgesteld met een aangezicht vóór en achter (verleden en toekomst); fig. onoprecht man; Januskop, m. -koppen (hoofd met dubbele tronie);
Janustempel, m. -s: de Janustempel was geopend in oorlogstijd.