v. in bet. 2 jaloezieën (Fr. jalousie: 1 jaloersheid, afgunst, ijverzucht; minnenijd; 2 binnenjaloezie of buitenzonneblind);
1 een dwaze jaloezie
2 laat de jaloezie neer; een jaloezie bestaat uit evenwijdige, dunne latten van hout, die in lintwerk of op kettinkjes rusten;
jaloeziekast, v. -en kast niet met deuren als sluiting, maar met een “jaloezie” van staal of hout); stalen jaloezie, waarvan de jaloezie licht op en neer schuift.