Gepubliceerd op 11-11-2021

jakkeren

betekenis & definitie

jakkerde, h. (1, 3), i. (2) gejakkerd (1 iem., mens of dier, onbarmhartig aandrijven, voortjagen; 2 onbehoorlijk hard rijden; 3 haastig bezig zijn):

1 de paarden niet zo jakkeren!
2 wat heeft de koetsier weer gejakkerd; 3 zij jakkerde de uren door tot de middag.

< >