Gepubliceerd op 11-11-2021

haver

betekenis & definitie

v.;

1. plantengeslacht van de familie der grassen; Lat. avena sativa: de haver staat prachtig; zegsw. late haver komt ook op, wie zich niet haast, komt er toch ook wel;
2. de vrucht van de haver: een zak haver; zegsw. de paarden, die de haver verdienen, krijgen ze niet, ware verdienste blijft veelal onbeloond; een paard lange haver geven, ransel met de zweep; Z.-N. iem. zijn haver geven, streng berispen; Z.-N. korte haver, slaag.

< >