hapte, heeft gehapt;
1. met de geopende mond naar iets grijpen, bijten: naar iets happen, in iets fig. naar lucht happen, snakken;
2. Z.-N. bits toespreken: happen en snappen.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
hapte, heeft gehapt;
1. met de geopende mond naar iets grijpen, bijten: naar iets happen, in iets fig. naar lucht happen, snakken;
2. Z.-N. bits toespreken: happen en snappen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: