Gepubliceerd op 11-11-2021

hagel

betekenis & definitie

m. (1 ijsbolletjes, in de hogere luchtlagen door sterke afkoeling ontstaan; hagelbui; 2 gegoten loden balletjes om mee op wild te schieten; 3 menigte):

1. de hagel klettert tegen de ruiten; zo dicht als hagel; het koren is door de hagel vernield;
2. een geweer met hagel geladen; met hagel schieten; zilveren hagel, geld, (waarvoor een jager, die niets geschoten heeft, wildkoopt).
3. een hagel van kogels; uitroep: wat hagel(steen)!

< >