I. o. hachjes (verkleinw. van hacht = snede, stukje): zijn hachje wagen, zijn leven; bang zijn voor zijn hachje; er zijn hachje bij inschieten.
II. o. hachjes (flinke jongen, waaghals; onbeschaamde vent): een recht Hollands hachje.
Gepubliceerd op 11-11-2021
betekenis & definitie
I. o. hachjes (verkleinw. van hacht = snede, stukje): zijn hachje wagen, zijn leven; bang zijn voor zijn hachje; er zijn hachje bij inschieten.
II. o. hachjes (flinke jongen, waaghals; onbeschaamde vent): een recht Hollands hachje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: