Definities van Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal in de Ensie B
- bladkoper
- bladlood
- bladluis
- bladmoes
- bladmossen
- bladneus
- bladplant
- bladrollers
- bladselderij
- bladsprietigen
- bladstand
- bladstil
- bladtin
- bladversiering
- bladvulling
- bladwespen
- bladwijzer
- bladzijde
- blaffen
- blaffer, blafferd
- blaffetuur
- blagueur
- blak
- blaken
- blaker
- blakeren
- blakstil
- blamage
- blameren
- blanc-manger
- blanco
- blanco-aandeel
- blanco-krediet
- Blanda
- blank
- blanketsel
- blanketten
- blankofficier
- blankstaan
- blaren
- blasé
- blaten
- blatjang
- blauw
- blauw-knoop
- blauw-kruis
- blauwachtig
- Blauwbaard
- blauwbekken
- blauwbes
- blauwblauw
- blauwboek
- blauwboekje
- blauwbok
- blauwborstje
- blauwe
- blauwe-grot
- blauwen
- blauwendig
- blauweregen
- blauwhout
- blauwkeeltje
- blauwkiel
- blauwkous
- blauwmees
- blauwsel
- blauwspecht
- blauwsteen
- blauwtje
- blauwverver
- blauwvoet
- blauwvoeterij
- blauwzijden
- blauwzuur
- blazen
- blazer
- blazoen
- blazoeneren
- bleek
- bleekgezicht
- bleekheid
- bleekneus
- bleekneuzig
- bleekpoeder
- bleekveld
- bleekvos
- bleekwater
- bleekzucht
- blees
- blein
- bleken
- bleker
- blekerd
- blekerij
- blende
- bleren
- bles
- blesbok
- blesseren
- blessuur
