Gepubliceerd op 11-11-2021

element

betekenis & definitie

o. elementen (Lat. elementum, Fr. élément: 1 enkelvoudige stof; een der hoofdstoffen, waaruit men zich de wereld opgebouwd dacht, inz. water, vuur, aarde, lucht; 2 scheik. stof, die door chemische werking niet splitsbaar is; 3 nat. toestel, waarin men electriciteit kan ontwikkelen door een scheikundige werking; 4 [vormend] bestanddeel, inz. persoon v. d. door een bepaling aangeduide soort; 5 plaats, omgeving, waar zich iem. thuis voelt; werkkring):

1. de Ouden kenden 4 elementen, lucht, aarde, water, vuur;
2. er zijn ± 90 elementen; de strijd der elementen, v. e. storm gezegd;
3. een droog, nat element;
4. een slecht element in de klas, een leerling, die een slechte invloed uitoefent; het vreemde element, de vreemdelingen;
5. het water is ons element, daar voelen wij ons thuis; in zijn element zijn, a) in zijn schik, op dreef zijn, b) de gelegenheid hebben zich op zijn voordeligst te doen kennen; nog: de elementen ener wetenschap, grondbeginselen.

< >