m. (1 zin, neiging; vero. tenzij in zegsw.; 2 [betuiging van] erkentelijkheid): 1 zegsw. tegen vril en -; Z.-N. de wereld draait tegen zijn niet naar zijn zin;
2 iets in - aannemen; - zij hem; Gode zij -; (hartelijke) - betuigen; iem. - weten (en niet: wijten), in dank iem. als zijn weldoener erkennen; in - terug; geen -.