m. cyclopen (Gr.-Lat. cyclops = rondogig):
1 myth. drie zonen van Uranus en Gaea;
2 smeden van Hephaestus, die voor Zeus de bliksem smeedden of wapenen vervaardigden in hun werkplaats, de Etna, voorgesteld als reuzen met één oog midden in het voorhoofd;
3 Homerus: een woest volk van menseneters;
4 éénoog;
5 oogkreeftje, kreeftje uit onze sloten.