XYZ van de klassieke muziek

Katja Reichenfeld (2003)

Gepubliceerd op 15-03-2017

Hans Werner Henze

betekenis & definitie

Hans Werner Henze (Gütersloh 1926) is een Duitse componist die zich als een van de eersten na de Tweede Wereldoorlog verzette tegen de hegemonie van de seriële muziek. Hij sprak zich uit voor stilistische vrijheid, en creëerde in de jaren '50 en '60 een idioom dat op het neo classicisme was georiënteerd. Bovendien houdt Henze van een weelderige klank rijkdom en een barokke verscheidenheidvan stijlen.

In zijn werk zijn de muziek van voorbije tijdperken en idiomen van Monteverdi tot Stravinski alomtegenwoordig. De componist wilde 'niet afzien van wat de eeuwen ons toespelen'; wie zich 'bewust afsluit voor de symbolische waarde van historisch gegroeide muziek', aldus Henze, 'valt terug in het absurde niets van onvoorspelbaarheid'. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (hij werd tot militaire dienst gedwongen en kwam in 1945 in Engelse krijgsgevangenschap) ontwikkelde hij zich tot een vurig antifascist. Na de oorlog studeerde hij compositie bij Wolfgang Fortner in Heidelberg en bezocht regelmatig de Darmstädter Ferienkurse. Omdat Henze met zijn liberale esthetische opvattingen in Duitsland, waar de serialisten de toon aangaven, niet kon aarden, emigreerde hij in 1953 naar Italië. Daar ontdekte hij de eenvoudige schoonheid van de Napolitaanse volkszang (Fünf neapolitanische Lieder 1956). In Henzes oeuvre staan opera, vocale composities, programmatische werken en muziek voor ballet en toneel centraal. De componist over zijn neiging tot theatrale expressie: 'Het theater is werkelijk mijn domein, omdat tovenarij, maskerade, exclamatie, pathos en bouffonerie middelen vormen om de "richting" van het leven duidelijk te maken.' Opvallend is Henzes voorkeur voor mythologische, sprookjesachtige en ironisch getinte onderwerpen (de opera's König Hirsch 1952-55, The Bassarids, 1964-65 en Venus und Adonis, 1993-95).

Tegen het eind van de jaren '60 en begin van de jaren '70 stonden Henzes werken in het teken van een links georiënteerd politiek engagement (het socialistisch-revolutionaire oratorium Das Floß der Medusa, 1968, de opera El Cimarrón, 1970, Voices naar teksten van o.a. Brecht, Che Guevara en Ho Chi Minh). Zijn artistieke arbeid met leken in het Italiaanse Montepulciano (sinds 1976 een jaarlijks plaatsvindend festival) getuigt van Henzes geloof in humane kunst in een bevrijde maatschappij. Tegenwoordig, in het tijdperk van postmoderne vrijheden, vormt het gebruik van historische stijlen klankmiddelen geen taboe meer en is Henze actueler dan ooit.

Oeuvre
18 opera's; 31 werken voor ballet, theater en film; 9 symfonieën; 62 programmatische orkestwerken; 41 vocale werken (koor of solozang met begeleiding); 84 kamermuzikale en solistische werken; diverse arrangementen van werken van Monteverdi, Wagner e.v.a.