Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

H. Petrus (Sint Pieter)

betekenis & definitie

De Sint Pieternaren zullen het nooit vergeten. Heel de parochie was één en al vlag en wimpel, omdat op 13 mei – dat was de tweede pinksterdag in 1940 - de nieuwe kerk van Sint Pieter zou worden geconsacreerd.

Maar om 4 uur in de morgen van de 10de mei - één en al zon en blauwe hemel - was diezelfde hemel vol vijandelijke vliegtuigen. Wereldoorlog twee was, nu ook voor Nederland, uitgebroken. Slechts een handvol parochianen wist, tussen de luchtgevechten door, de kerk te bereiken. Waar, met pinksteren, kapelaan G. de Vrede de eerste mis opdroeg, geassisteerd door schrijver dezes en diens broer als misdienaars.Maar, zes jaar later, was het dan toch zover en kwam op zondagavond 8 september 1946 mgr. dr. G. Lemmens een pontificaal lof celebreren, de dag erop gevolgd door de eigenlijke kerkwijding.

Bijna tien jaar tevoren, op 12 februari 1937, had de bisschop van Roermond een vroegere kapelaan van Sint Pieter tot pastoor benoemd. Jos. Steegmans zou in ’de Kleef een nieuwe kerk oprichten. Niet ver van de plek waar eertijds de ’basilica S. Petri’ - waarschijnlijk Sint Pieters eerste kerk stond, waar vervolgens de ene na de andere Sint Pieterskerk verrees om dan weer te worden verwoest en waar tegenwoordig, aan de Lage Kanaaldijk, nog altijd de Sint Lambertuskapel staat.

Pastoor Steegmans zou het erg moeilijk krijgen. Niet zozeer met de bouw van de nieuwe kerk als wel met zijn ’oude’ parochianen. Het besluit van de bisschop om het centrum van de parochie van Sint Pieter ’naar beneden’ te verplaatsen – waar inmiddels de meeste parochianen woonden – viel niet in goede aarde bij de ’oude’ Sint Pieternaren. Het veroorzaakte verbittering en tweespalt in de parochie. Welke jaren hebben geduurd en wiggen dreven tussen de Sint Pieternaren tot in het privé en verenigingsleven toe. En die pas, langzaam, wegebden toen de kerk op de berg, in 1954, weer voor een eigen parochie en voor de eredienst werd heropend.

Na in Zuid-Limburg pas gebouwde kerken te hebben bekeken en na rijp beraad besloot het nieuwe kerkbestuur de nieuwe kerk in oud-christelijke stijl, in basilica-vorm dus, op te richten. Als architecten werden benoemd W. Sprenger uit Maastricht en ir. F. Peutz uit Heerlen. Toezichthoudend architect werd Harry Koene van Sint Pieter zelf.

Binnen een jaar na de eerste steenlegging, op 21 oktober 1938, was de kerk al zover klaar voor gebruik. Pastoor Steegmans bracht het Allerheiligste in plechtige stoet over van de kerk op de berg naar de nieuwe parochiekerk. Waar, vanuit de oude kerk doch ook van elders, allerlei beelden, meubilair en sieraden waren bijeengebracht.

Zo komt het 18de eeuwse marmeren hoofdaltaar met de twee knielende engelen oorspronkelijk uit de Sint Servaaskerk. Nadat het eerst, sinds 1875, in de oude kerk van Sint Pieter had gestaan, terwijl de zijstukken van het altaar toen in Londen terecht zijn gekomen. Uit de Onze Lieve Vrouwekerk is het 17de eeuwse roodmarmeren doopvont, waarvan de koperen deksel uit 1826 dateert. Het prachtige triomfkruis uit de 15de eeuw, dat van de parochie van Sint Mathias werd aangekocht, stamt uit het vroegere Franciscaner klooster op Slavante. Evenals een houten zilvergrijs renaissance retabel uit 1681, dat eerst was toegewijd aan Sint Antonius en later aan Sint Petrus, wiens beeld uit de 15de eeuw dagtekent. Bij de kerkconsecratie gaven de parochianen het H. Hartbeeld, vervaardigd door de Amsterdamse beeldhouwer Van Hooren, terwijl goede gevers de gebrandschilderde ramen in priesterkoor en zijbeuken financierden.

Er vallen nog meer, vooral oudere beelden te bewonderen: een Oppergelderse madonna met kind uit de 15de eeuw, een Sint Lambertus, ook van hout, en nog een goudkleurige madonna, een getrouwe kopie van een beeld uit de schatkamer van Sint Servaas. Een beetje in het verborgene worden drie beeldschone beelden bewaard: twee gepolychromeerde engelenfiguren uit de 15de eeuw en een Cecilia uit 1501 van de beroemde beeldsnijder Jan van Steffenswert. De kruiswegstaties gevat in zware gouden lijsten - met olieverf gekleurde kopergravures die overigens even zwaar aan restauratie toe zijn - stammen uit 1848. En dan toont de deur van een eikehouten biechtstoel uit 1807 een rouwmoedige Sint Petrus, afkomstig van de in 1794 door de Franse soldaten kapot geslagen preekstoel uit Sint Pieters vroegere kerk bij de Torentjes. Het paneel werd later, toevallig, teruggevonden op de Sint Pietersberg. Welke toen voor de zoveelste maal het strijdtoneel was geweest bij de zoveelste belegering van de vesting Maastricht.

In 1940 is deze kerk van Sint Pieter er heel wat genadiger afgekomen. Alleen een kleine krater in de mergelgele voorgevel herinnert nog aan die even stralende als dramatische meidagen toen ook Sint Pieter opnieuw in handen van vreemde bezetters viel.

< >