Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

H. Hart van Jezus

betekenis & definitie

(Koepelkerk)

Sinds, aan het begin van de Scharnerweg, de autotunnel de spoorwegovergang aan de Duitse Poort vervangt, is de Koepelkerk wat uit het vizier van het oost-westverkeer daar in Wyck geraakt. Nadat de kerk aanvankelijk en decennia lang zo harmonisch had gelegen op een viersprong van wegen en eenieder in het oog sprong. Niettemin blijft dit meesterwerk van de toen 27-jarige Alphons Boosten in de stoet van Maastrichtse kerken een onconventionele en opvallende verschijning. Met het moskee-achtige voorkomen dankzij de groene koepel en door de toepassing van voor die tijd moderne bouwmaterialen als beton was de Koepelkerk van buiten bekleed met blokken Kunrader steen en van binnen met wit, grijs en zwart gestreept Cipollino marmer van een architectonisch gewaagde allure. Hetgeen Boosten heeft geweten. Kritiek is hem niet gespaard gebleven.

De H. Hart van Jezuskerk, zoals de Koepelkerk eigenlijk heet, overwelft met haar dubbele betonnen koepel, gestut door acht in de muren weggedrukte zuilen, een ware schat aan Nederlandse kerkelijke kunst uit de eerste helft van deze eeuw. Het was pater H. Luijten van de Priesters van het H. Hart die in 1921 tot de bouw opdracht gaf aan de jonge Boosten en de 23-jarige Jos. Ritzen. Voordat, evenwel, de eerste bouwperiode voleind was, vestigde Ritzen zich in Antwerpen om daarmee voortijdig van het bouwtoneel te verdwijnen.

De kerk verrees in drie etappes: in 1921 de centraalbouw, in 1929 de doopkapel en de achterste uitbouw met zangkoor en, meer dan vier decennia later, in 1953 de ingang aan de Heerderweg en de zijbeuk rechts met de Sint Gerarduskapel. Zodat, tenslotte, ruimte voor twaalfhonderd zitplaatsen ontstond in de met tal van marmersoorten ’gestoffeerde’ kerk. Waarvoor nog twee monumentale torens waren gepland maar van de bouw waarvan voorgoed is afgezien.

Intussen zijn al enkele werkstukken van Boosten uit de kerk verwijderd. Zo moesten zijn communiebanken in onyx marmer plaats maken voor een vergroting van het priesterkoor.

Er kwam, in 1967, een orgel van de firma L. Verschueren uit Heythuysen waar eerst het Sint Josephaltaar stond met daarachter muurschilderingen van Eugène Laudy.

Een rondgang door de Koepelkerk is, overigens, één boeiende confrontatie met wat in het recente verleden aan kerkelijke kunst werd voortgebracht. Door de groten uit het eigen Limburg zoals Henri Jonas, Charles Vos, Daan Wildschut en Charles Eyck. En door vele andere kunstenaars ook van elders in het land zoals Leo Brom.

Van Charles Eyck zijn de kruiswegstaties tegen de muurzuilen rondom de middenruimte: in tegelvorm uitgevoerde reliëfs van een suggestieve uitbeelding. Charles Vos vervaardigde een ontroerende piëta, op een der altaren neergezet. Daan Wildschut schilderde ter weerszijden ervan treurende engelen. Van Boosten is het marmeren hoofdaltaar, dat met zijn machtige retabelen en koperen kruisgroep de kerkruimte beheerst. Brom uit Utrecht ontwierp de bovenbouw en voltooide de beeldengroep en verdere ornamentatie. De kleine retabelvoorstellingen uit het Boek der Openbaring zijn van H.

Hollewand. Van Hubert Duys is een smal glasraam bij de zij-ingang. Van de hand van pater J. de Visser S.C.J. zijn twee grote ramen achter in de kerk alsook de drie raampjes in de Sint Gerarduskapel.

En dan stralen daar in de Koepelkerk van alle kanten de ramen - 22 in getal - van Henri Jonas de bezoeker toe. Een groots glasraam boven het hoofdaltaar, door Jonas in 1939 definitief ontworpen en na zijn dood door G. Mestrom uit Bunde uitgevoerd. Jonas signeerde het raam op speelse wijze: het rechter been van de goede moordenaar verdwijnt in de bek van een vis, de vis uit het Oude Testament die Jonas uitspuwde . . . Daarnaast nog twee kleinere boogvensters: de Sterre der Zee en Sint Servaas. Boven waar eens het Sint Josephaltaar stond, beeldde Jonas Koning David uit en, in een zijraam, de vlucht naar Egypte. En dan, onder het zangkoor, drie even fraaie als merkwaardige ramen, weer van Jonas: samen verheerlijken ze Maria als Koningin van de Hemel.

Voor de kapel van Onze Lieve Vrouw van Banneux vervaardigde Jonas drie wonderlijk mooie engelenraampjes. Een waterval van kleuren gevat in weinig oppervlakte aan glas. Dan zijn er nog tweemaal drie glazen, eveneens van Jonas: de boetvaardigheid uitbeeldend en de vier Evangelisten voorstellend.

Achter het Maria-altaar, ook door Boosten ontworpen, verrijst de enige muurschildering die Jonas ooit maakte: musicerende engelen, profeten en heiligen huldigen de Moeder Gods. Boven dit raam, tenslotte, het eerste raam - met terzijde nog twee kleine boogvensters - dat Jonas voor de Koepelkerk vervaardigde: de hoog zetelende Drievuldigheid en Maria, die Christus aan de wereld schonk.

De Koepelkerk schenkt de kerkganger door al deze glasramen heen een inzicht in het religieuze kunstenaarsschap van Henri Jonas. Daarom alleen al is het zo’n typisch Maastrichtse kerk. Waar, van onder uit de bijna dertig meter hoge koepel, het gebed van deze grote en onvergetelijke Maastrichtenaar ten hemel klinkt. Voor eeuwig is wat te optimistisch gezegd. Tot in lengte van vele, vele dagen hopenlijk wel.

< >