Kerken Maastricht

Jac. van Term (1979)

Gepubliceerd op 05-02-2024

H. Guilelmus

betekenis & definitie

Toen, op 19 maart 1957, mgr. dr. G.

Lemmens 25 jaar bisschop was, gaven de gelovigen van het bisdom Limburg ’vajer bisjop’ een kerk cadeau. Waarvoor de jubilerende bisschop in Maastricht een wijk koos die hem kennelijk na aan het hart lag. Een wijk in Oostermaas, ten oosten van de Czaar Peter- en de Koning Clovisstraat, die zwaar aan renovatie toe was en waar gezinnen uit de gesaneerde binnenstad waren gehuisvest geworden.Al enkele jaren eerder had mgr. Lemmens kapelaan Theo Engelen van de parochie van Onze Lieve Vrouw van Lourdes vrij gemaakt voor de godsdienstige verzorging van die bewoners van Wittevrouwenveld die onder het wijkhuis Maris Stella ressorteerden. Er werd aanvankelijk, en alleen op zondag, gekerkt in twee lokalen van de kleuterschool in het wijkhuis aan de Dr. Schaepmanstraat. Met de bouw van het geschenk van de bisschop werd, in zijn jubileumjaar al, een begin gemaakt. Aan Jos Muré werd de architectuur opgedragen.

Mgr. Lemmens kwam zelf, ook nog in 1957, de eerste spade in de grond steken om eveneens zelf, op 9 februari 1958, de eerste steen te leggen. Dat was veertig dagen nadat mgr. dr. Hanssen bisschop van Roermond was geworden. Op de 19de oktober van hetzelfde jaar kon mgr. Lemmens ’zijn’ kerk reeds inzegenen, toegewijd aan zijn eigen patroonheilige, de H. Guilelmus.

Kapelaan Engelen was intussen rector geworden en dat bleef hij tot 5 mei 1959, toen het rectoraat in een parochie werd omgezet. Op 31 mei werd rector Engelen door deken Jenneskens als pastoor van de H. Guilelmusparochie geïnstalleerd. Het bestuur van de Stichting Wijkhuiswerk werd tot kerkbestuur benoemd.

Terwijl aan de ene kant van de kerk sport en spel rond het 17de eeuwse kasteel Geusselt alle mogelijke accommodatie kreeg, werd de parochie van de H. Guilelmus aan de andere kant van de Olympiaweg geconfronteerd met de consequenties van de renovering van Oostermaas. Honderd gezinnen kregen buiten de parochiegrenzen een nieuwe woning. Ze zijn hun Guilelmuskerk echter trouw gebleven. Van de ongeveer 440 woningen die de parochie momenteel telt, staan er zo’n tweehonderd op de nominatie om ook te worden gerenoveerd. Het resterende huizenbestand roept, eveneens, om algehele vernieuwing.

Pastoor Engelen en zijn opvolgers hebben voortdurend én met zielzorgelijke én met financiële problemen geworsteld. En toen, tenslotte, pater Van der Velde S.M.A. pastoor werd, zat de kerk financieel aan de grond. Met behulp van buitenaf en met allerlei acties die hij op touw zette lukte het pastoor Van der Velde de Guilelmuskerk open te houden. En hij wist het interieur zelfs nog te verrijken met onder meer beelden van Maria en Sint Joseph en drie zwartmarmeren offertafels. Overigens was onder pastoor Engelen al een aanvang gemaakt met het, op bescheiden wijze, opfleuren van de kerk. Door de actie van een orgelcomité was, eind 1961, een Bachorgel van de firma Verschueren uit Heythuysen geplaatst kunnen worden.

Kees van der Vossen had, in 1963, de doopvont en grote kandelaars vervaardigd. Van een bevriend kunstenaar had pastoor Engelen de twaalf apostelfiguren gekregen die tegen het oxaal zijn aangebracht. Waaronder nog een geschilderd portret hangt van mgr. Lemmens, de schenker en de naamgever van de kerk.

Pater H. van der Velde liet zijn opvolger en confrater W. Ruijling een kerk na, rijker van interieur maar ook, vóór alles, rijker uit financieel oogpunt. Een ’plezierige’ kerk vooral, aldus pater Ruijling: ’Een bespreekbare kerk, waar je zonder microfoon kunt preken’. En al is het kerkbezoek aan de magere kant, hij is verknocht geraakt aan de kerk van de H. Guilelmus met een trouwe kern van parochianen en met het vooruitzicht dat mét het voltooien van de renovatie van de wijk betere tijden zullen aanbreken.

< >