1. Aansluiting van een → kloostergenootschap met enkelvoudige → geloften, of van een religieus genootschap zonder openbare → geloften aan een reguliere → Derde Orde, waarmede het in leefwijze, kleeding en naam overeenkomt. Daardoor wordt het genootschap deelachtig aan de geestelijke gunsten, niet aan de bijzondere privileges (zie exemptie) dezer Derde Orde.
2. Aansluiting van vrome vereenigingen aan → aartsbroederschappen met denzelfden naam en hetzelfde doel. Daardoor wordt de vereeniging deelachtig aan alle aflaten, voorrechten en verdere geestelijke gunsten van de aartsbroederschap. Deze aansluiting wordt ook → affiliatie genoemd.