(Gr. treis = drie; logos = rede), benaming in de dramatiek voor een drietal zelfstandige drama’s, welke door de stof bijeenhooren. Bij de Grieken werden deze te zamen met een satyrspel op één dag opgevoerd; ➝ Tetralogie. Slechts één t., nl. de Orestie van Aeschylus, is in haar geheel tot ons gekomen. Bij Vondel kunnen als t. beschouwd worden: Jozef in Dothan, Egypte en aan ’t Hof, alsook Lucifer, Adam in ballingschap, Noah.
v. d. Eerenbeemt.