Een soort verf voor kunstschilders, die in tegenstelling tot de glanzende olieverf, mat opdroogt, en zich daarom goed leent tot wandbeschilderingen, altaarstukken, enz., die door de belichting van verschillende zijden in kerk e.a. gebouwen glimmen zouden (en dus niet goed zichtbaar zouden wezen) als ze in olieverf waren uitgevoerd. De t. is een techniek, die aan de olieverf voorafging, maar nog steeds toepassing vindt. Als bindmiddel voor het verfpoeder nam men oudtijds eigeel (dooier), ook moeten kalkwater en zure melk zijn toegepast.
De techniek wordt ook aangeduid met den naam al tempera (vgl. al ➝ fresco).
Tegenwoordig bereidt de schilder zijn verven niet meer zelf en leveren verffabrieken allerlei soorten t., die met water wordt aangelengd. Poortenaar.