Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-10-2019

Sphragis

betekenis & definitie

(Gr.), signum, signaculum, later ook character (Lat.), = zegel, merkteeken; in liturgischen zin:

1° Het kruisteeken (vandaar sphragizein, en: signare = met het kruisteeken merken, bekruisen).
2° Het Doopsel, en wat van de toediening en uitwerking daarvan noodzakelijk deel uitmaakt, bijv.: de Doopgeloften (eed), de herschepping naar het beeld van Christus (zelf de „afdruk van Gods wezen”, Hebr. 3), enz. Bij de Joden was eveneens de voorafbeelding van het Doopsel, de Besnijdenis, het merkteeken van het toebehooren aan God (Gen.17.10-11).
3° Sinds de 3e eeuw het H. Vormsel als door handoplegging en bekruising van het voorhoofd met H. Chrisma toegediend, en den Christen makend tot soldaat in den krijgsdienst van Christus (ook de Romein kreeg bij zijn inlijving in den keizerl. krijgsdienst een merkteeken ingeprikt of ingebrand).
4° Het stuk van het voornaamste, of eenige, Offerbrood der Grieksche Mis, dat daaruit gesneden wordt met de → Heilige Lans (zie ald., sub 2°), en waarin zich een zegel bevindt ingedrukt, bestaande uit de letters IC XC NI KA (= Jesus-Christus overwint). Vgl. → Proscomidi; Lam (sub B).

Lil.: Dölger, S. (Paderborn 1911); Real-Encyklop. d. christl. Alterthümor (s. v.). Louwerse.

< >