1° In Egypte beeld met het lichaam van een leeuw en den kop van een koning, soms eener koningin. Het meest bekend is de s. te Gizeh, die 20 m hoog en 73,5 m breed is, een beeld van Chepliren (zie afb. 2 op de pl. t/o kol. 768 in dl.
IX). Gaarne omzoomde men wegen naar tempels met s. aan weerszijden (zie afb. 1 op de pl. t/o kol. 65 in dl.
XV). Behalve de Egyptenaren hebben ook de Hettieten en Assyriërs s. gebouwd.
Bent.2° Tn de Gr. mythologie is S. een dochter van Typhaon en de slang Echidna; ze gaf in de Oedipussage in de omgeving van Thebe het vlg. raadsel op: ..wat gaat ’s morgens op vier voeten, ’s middags op twee en ’s avonds op drie voeten?”; wie de oplossing niet vond, werd gedood. Oedipus raadde, dat de mensch bedoeld was. Daarna stortte de s. zich in de diepte. De Gr. kunst stelde de s. voor als een gevleugelde leeuw met het bovenlichaam van een vrouw.