Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 14-11-2019

Slowakije (aanvulling)

betekenis & definitie

is na den Wereldoorlog in 1918 losgemaakt van Hongarije en met Bohemen, Moravië en Karpaten-Rusland tot den staat → Tsjecho-Slowakije vereenigd. Daarin overheerschten echter de Tsjechen, die door allerlei dwangmiddelen trachtten hun nationaliteit te doen overheerschen en daarin de eerste 15 jaren ook vrijwel slaagden.

Vandaar was er gedurende al dien tijd, evenals tusschen Sudeten-Duitschers en Tsjechen, ook tusschen Slowaken en Tsjechen, voortdurend botsing en wrijving. Toen nu na de Conferentie te München (29 Sept. 1938; zie → Duitschland in aanv. dl.) de Duitschers aan de Tsjechische overheersching onttrokken werden, kon ook voldoening aan de Slowaaksche eischen niet lang uitblijven.

In November 1938 kreeg S. autonomie binnen Tsjecho-Slowaaksch staatsverband. Doch dit was reeds niet meer voldoende.

Begin Maart 1939 zette de regeering te Praag, die S. van separatistische bedoelingen en streven naar totale zelfstandigheid verdacht, den Slowaakschen ministerpresident mgr. Tiso af en bezette de strategische punten van het land (11 Maart).

Intusschen was de Duitsche agitatie tegen Tsjechië begonnen, die leidde tot de inlijving van dit land bij Duitschland (zie → Duitschland, als boven). Natuurlijkerwijze zocht dus S. steun bij den grooten Noordelijken buur: Tiso vloog 13 Maart naar Berlijn, keerde den dag daarna terug en liet door den landdag de onafhankelijkheid van S. uitroepen.

Na wrijvingen met Hongerije, dat sommige grensstreken met gedeeltelijk Hongaarsche bewoners bezette en behield, werd de nieuwe staat als republiek geconstitueerd met Tiso als eerste president. Door het „Schutzvertrag” van 23 Maart stelde S. zich onder de bescherming van Duitschland, waardoor het in militair opzicht en wat zijn buitenlandsche politiek betreft geheel onder voogdij van Duitschland is gekomen.

< >