Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Protestantsch jeugdwerk

betekenis & definitie

A) Prot. jeugdwerk op algemeen Christelijken grondslag.

Tot deze groep van P. j. kunnen gerekend worden:

Ned. Jongelingsverbond (N.J.V.), gesticht in 1853 op den grondslag van de erkenning der schriften van het O. en N. Test. als het Woord van God en van Onzen Heer Jezus-Christus als den algenoegzamen Zaligmaker en God geopenbaard in het vleesch. Het Verbond is interconfessioneel en neemt leden aan van alle kerkelijke gezindte. Doel is: evangeliseeren en bewaren. „Voor jonge mannen, door jonge mannen en allen tot Christus”. Instemming met de statuten wordt voor het lidmaatschap vereischt.

Van af den 16-jar. leeftijd kan men als lid toetreden. De plaatselijke afd. sluiten zich aaneen tot ringen; het verbondsbestuur wordt bijgestaan door prov. commissies. Het verbond bezit vsch. vaste jongenskampen en een leiderscentrum op de Ernst Sillemhoeve. Een commissie voor het jongenswerk zorgt voor de jeugd van 12 tot 16 jaar: knapenvereenigingen en jongeliedenafdeelingen. Vsch. periodieken (De Jonge Man, Jong Holland, Korenland, Orgaan voor Leiders) zorgen voor de noodige voorlichting. Het verbond telt ong. 30 000 leden. Het Bondsbureau is gevestigd Singel 58, Amsterdam.

Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge Mannen (A.M.V..T.), gesticht 1918. Stelt zich bij haar werk op bovengenoemden alg. Christel, grondslag en laat verder leden van iedere gezindte toe. Vestigde zich in den geest van de Y.M.C.A. (Young Men Christian Association) in het grootsche gebouw aan de Stadhouderskade-Leidsche Bosch je, te Amsterdam.

→ Ned. Christen Studenten Vereeniging (N.C.S.V.), stelt zich eveneens op alg. Christel, grondslag. Zie aldaar. Tot deze groep behoort ook de Christengymnasiastenbond.

Ned. Luthersche Jongelingsbond, richt zich tot de jongelieden, die de Luth. beginselen zijn toegedaan, en tracht een geest van broederschap onder hen te kweeken. Van af 16 jaar kan men als lid toetreden. Een bondsknapencommissie zorgt voor het jongenswerk. Uit deze commissie ontstond de Bond voor Luth. jongens.

Onder het P. j. op alg. Christel, grondslag kan ook gerekend worden de Federatie van Christel. Vereenigingen van en voor vrouwen en meisjes, gesticht in 1920 en gevestigd te Utrecht. Zij stelt zich ten doel in de vrouwenwereld „Jesus Christus meer te doen kennen als Heiland en Heer en aldus het Koninkrijk Gods meer uit te breiden”. Daartoe vereenigt zij de meisjesvereenigingen, die zich op een alg. Christel, grondslag stellen in een federatief verband, maar heeft daarnaast ook zelf het meisjeswerk ter hand genomen door middel van de Commissie der Ned.

Meisjesclubs. Hieronder ressorteert het werk van de clubs der Driehoeksmeisjes (voor jongens de club der Vierkantsjongens), ingedeeld in streepjesgroepen, driehoeksgroepen en voortrekstersgroepen.

Bij deze federatie zijn o.a. aangesloten de volgende bonden en vereenigingen:

Ned. Ver. ter behartiging van de belangen der jongemeisjes, verzorgt plaatsing van meisjes, stationswerk, voogdijaanvaarding.

Christen Jonge-Vrouwenbond, voor meisjes van 18 jaar en ouder.

Jonge Vrouwen-organisatie, speciaal voor meisjes boven 18 jaar, die een middelbare school hebben doorloopen en niet aangesloten zijn bij de Ver. voor Academisch gevormde Christen-vrouwen.

Ned. Verbond van Christelijke Meisjes-Vereenigingen, gesticht in 1923 met het doel de verschillende plaatselijke meisjesvereenigingen in een verbond te vereenigen. De plaatselijke vereenigingen komen samen in ringen. Het verbondsbestuur wordt door prov. commissies bijgestaan. Ruim 700 vereenigingen zijn aangesloten met leden beneden en boven 16 jaar. Vsch. periodieken zorgen voor de noodige voorlichting van de ruim 16 000 leden.

Het bureau is gevestigd te Utrecht. Tot deze groep behoort ook het Jonge Vrouwen-gilde.

B) P. j. op Gereformeerden grondslag.

In tegenstelling met de bovengenoemde vereenigingen, die zich stellen op alg. Prot. Christelijk standpunt, gaan de hieronder te noemen vereenigingen uit van een streng omschreven Prot. Christelijk standpunt, nl. het Geref. beginsel; zij staan daardoor ook in nauwer verband met een bepaald Kerkgenootschap. Tot deze groep behooren de volgende bonden:

Ned. Bond van Jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag, gesticht 1888 te Amsterdam als bond van vereenigingen met het doel door den onderlingen band het werk van de vereenigingen te wekken en te versterken. Prov. afdeelingen staan het bondsbestuur ten dienste; de afd. sluiten zich aaneen tot ringen. Het bondsbureau is gevestigd te Amersfoort; de bond telt ruim 1 000 afd. met ca. 25 000 leden.

Bond van Meisjesvereenigingen op Geref. grondslag, gesticht in 1918, aanvaardt als grondslag de belijdenisgeschriften der Geref. Kerken in Ned. en heeft ten doel den bloei der aangesloten vereenigingen te bevorderen. De bond kent de indeeling in ringen en prov. commissies. Het bondsbureau is gevestigd te Utrecht. Het aantal leden bedraagt ca. 18 000, vereenigd in ong. 700 afdeelingen.

Bond voor Geref. Jeugdorganisatie, gesticht in 1921 door samenvoeging van de organisatie van Geref. knapenen meisjesvereenigingen. Werkt in den geest van jeugdzorg voor jongens en meisjes van 12 tot 16jaar. Aantal vereenigingen ruim 700 met ca. 15 000 leden.

Bovengenoemde jeugdvereenigingen komen samen in de Gereformeerde Jeugdcentrale.

Bond van Christel. Geref. Jongelingsvereenigingen en Meisjesvereenigingen in Ned. Beide bonden sluiten zich aan bij de belijdenissen der Christelijk Geref. Kerk in Ned. en staan onder haar toezicht. De aangesloten vereenigingen organiseeren zich provinciesgewijze en gewestelijk in ringen.

Bonden van Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen en Meisjesvereenigingen op Geref. grondslag. De leden van beide bonden zijn de Geref. beginselen toegedaan, doch niet aangesloten bij de Geref., maar bij de Ned. Herv. Kerk.

Aantal vereenigingen ong. 200 met ca. 5 000 leden. Tot deze groep kan ook gerekend worden de Calvinistische (Geref.) studentenbeweging.

C) P. j. op Vrijzinnig Christelijken grondslag.

Tot deze groep behooren: Vrijzinnig Christelijke Jongerenbond; Vrijzinnig Christelijke Studentenbond; Bond van Vrijzinnig Christelijke Jongerengroepen (de Rijzende Kerk); alle federatief samenkomend in de Vrijzinnig Christelijke Jeugdcentrale, gevestigd te Utrecht. Deze bonden gaan uit van een ondogmatisch Christendom en de persoonlijke vrijheid van ieder tot de persoonlijk ernstig gemeende overtuiging. In de leiding wordt de methode van jeugdbeweging sterk voorgestaan, terwijl coëducatie wordt toegepast. Van kampwerk wordt veel gebruik gemaakt. Bij de centrale zijn aangesloten ong. 200 afd. met ca. 8 000 leden.

Tot het jeugdwerk op Vrijzinnig Christelijken grondslag kan ook gerekend worden de Doopsgezinde Jongeren Bond. B. de Groot

< >