Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Pauselijk Instituut voor Bijbelkunde

betekenis & definitie

werd door Pius X bij pauselijk schrijven „Vinea electa” 7 Mei 1909 opgericht. Het heeft tot doel de vorming van professoren in de bijbelkunde, het uitgeven van wetenschappelijke en populaire werken en het organiseeren van reizen naar het Oosten. Door de gift van een Fransche familie kreeg het in 1910 zijn vasten zetel op Piazza Pilotta 35 te Rome. De oorspr. studieregeling werd 15 Aug. 1916 en 27 April 1924 gewijzigd en aangevuld.

Door het motu proprio „Quod maxime”, 30 Sept. 1928, kreeg het de bevoegdheid, om evenals de Bijbelcommissie alle academische graden, ook het doctoraat in de bijbelwetenschappen, te verleenen, welke graden alleen kunnen verkregen worden door doctoren in de theologie. Deze bepalingen werden 10 April 1929 nader uitgewerkt en vrijwel onveranderd opgenomen in de apost. constitutie „Deus Scientiarum Dominus”, 24 Mei 1931. Naast de reeds bestaande „exegetische” faculteit werd 7 Aug. 1932 een afzonderlijke „Oriëntalistische” opgericht, eveneens met het recht academische graden te verleenen. De eerste omvat een cursus van 3 jaren, afgesloten met het doctoraal examen.

Daarna moet de candidaat minstens een jaar privé-studies maken of als exegese-professor werkzaam zijn, wil hij worden toegelaten tot het doctorsexamen. De „Oriëntalistische” faculteit omvat vier secties: de Semietische, Assyriologische, Egyptologische en Sanscrito-iranistische. De leiding van het Instituut berust bij de Jezuïeten, maar niet alle professoren (ong. 20) zijn lid van deze orde. Het verzorgt bovendien dt zgn. bijbelsche studieweken, beschikt over een bibliotheek (100 000 banden) en een bijbelsch museum, geeft o.a. uit de tijdschriften Biblica, Verbum Domini en Orientalia; verder Analecta Orientalia en Scripta Instituti Biblici.

Ook verzorgt het elk jaar twee studiereizen naar het Oosten, een voor bijbelkundigen, de andere voor zielzorgers, waarom in 1927 te Jerusalem een filiaal werd opgericht. Sinds 1929 maakt het zich verdienstelijk voor het werk der opgravingen in Toelailat Gassoel. Greitemann.Lit. : L. Fonck, Primum Quinquennium Pont. Inst. Bibl. (1915); A. Bea, Pont. Inst. Bibl. de Urbe prima quinque lustra (in : Biblica, XV 1934, 121-172).

< >