is een gebrek bij het paard; het is een welving op de voorvlakte van de kroon (d.i. het uitwendig zichtbaar oppervlak van het kroonbeen) ten gevolge van een beennieuwvorming om of in het kroongewricht (d.i. het gewricht tusschen kooten kroonbeen). De beenwoekering kan ook lager zitten om of in het hoefgewricht. In het eerste geval kan een dier kreupel zijn, in het laatste is het dit altijd. Het gebrek o. wordt als erfelijk beschouwd; treedt dan steeds op ouderen leeftijd op; het kan echter ook een gevolg zijn van verstuiking (bij springpaarden). Verheij.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk