(optica). Hieronder verstaat men de lichtsterkte van een lichtbron per cm2 van zijn oppervlak in de richting loodrecht op het oppervlak. Heeft een oppervlak van o cm2 de lichtsterkte van I kaars, dan is de oppervlaktehelderheid dus I/o kaars/cm2 (Wet van → Lam hert). Hier volgt de oppervlaktehelderheid van eenige lichtbronnen in kaars/cm2: zon 120 000; maan in zenith 1; gloeilamp 1 000; natriumlamp 20; kwiklamp 180 000.
De oppervlaktehelderheid van een niet afgeschermde lichtbron is een belangrijke factor bij de behandeling van het verblindingsprobleem: hoe kleiner de oppervlaktehelderheid, des te geringer is natuurlijk de mogelijkheid van verblinding door de lichtbron. Uit bovengenoemde gegevens blijkt, dat de natriumlamp met zijn geringe o. ook in dit opzicht een gunstig resultaat voor wegverlichting zal opleveren. Rekveld.