Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Oppervlakteharding

betekenis & definitie

wordt toegepast op ijzeren machineonderdeelen, wanneer men een dunne, zeer harde oppervlakte met behoud van een zachte, taaie kern wenscht. Het procédé is een verstalen, soms tegelijk (bij minder dan 0,6 % koolstof noodzakelijk) ’n cementeeren (koolstofopname) tot een diepte van een of enkele mm. Oppervlakte-cementeeren vindt plaats, wanneer men de afgewerkte onderdeelen in hardingsmiddelen verpakt, bijv. in houtskoolpoeder, leder- of beenderenkool, in platen bakken bij 750° a 1 000° C verhit („Einsätzhartung”). Na eenige uren ontstaat een staalhuidje; door dompelen in water, snel afschrikken, ontstaat de harde huid.

Vgl. ook: gloeiend voorwerp bestrooien met poeder van geel bloedloogzout [K4Fe(CN)6]. Een andere o. is het nitreeren (Krupp). Door verhitting in stikstofrijke i.p.v. koolstofrijke atmospheer neemt het oppervlak stikstof op en ontstaat een ca. 1 mm dik zeer hard huidje, waarmede glas gesneden kan worden. O. vindt uitgebreide toepassing op machinedeelen, welke belast aan oppervlakteslijtage zijn blootgesteld; astappen, tandraderen, moeren. Beijnes.

< >