Een als mineraal voorkomende → gel van kiezelzuur (SiO2). Doorschijnend wit o., met prachtig kleurenspel ten gevolge van talrijke kleine barstjes, waarop interferentie plaats heeft, noemt men edel o. en wordt als edelsteen gebruikt. Roode doorzichtige o. hebben weinig kleurenspel: vuuropaal. Glasopaal is waterhelder.
Door waterverlies melkig ondoorschijnend: melkopaal. Bekend uit Hongarije, Queensland, Mexico. Donker gekleurd, ondoorzichtig o. met goeden glans heet half-opaal ; hiertoe behoort het verkiezelde hout (houtopaal), dat door de behouden structuur van het hout dikwijls prachtige teekening vertoont (Java, Arizona). Gewoon o. heeft geen glans, komt dikwijls in concreties voor,ook diatomeeënaarde bestaat uit opaal. Jong.